CommentaarTerugkeer van VROM is gevaarlijk plan

 Leidsche Rijn, een van de Vinexwijken te danken aan het oude ministerie van VROM

De Tweede Kamer stemde vorige week met een kleine meerderheid voor de terugkeer van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM). Het ministerie is tien jaar geleden opgeheven.

VROM heeft in de jaren tachtig en negentig een hoofdrol gespeeld bij de inrichting van Nederland. We hebben er de Vinexwijken, prachtige stations, heel veel asfalt, kantoren en topkwaliteit woningbouw aan te danken. Het rijk zette de hoofdlijnen uit, de gemeenten kopten de ballen in. Nu zijn de opgaven groter en complexer. Weliswaar moet er net als in de jaren tachtig bijna een miljoen woningen worden gebouwd, maar dat is niet het enige: we hebben óók ruimte nodig voor duurzame energie (windmolens, zonnepanelen), het veenweideland moet onder water gezet, de dijken moeten hoger en de steden koeler. Verder moet de economie circulair, het openbaar vervoer groeien en de biodiversiteit toenemen. Voilà, de agenda voor zo’n nieuw ministerie van VROM.

Goed bewaard staatsgeheim
Toch moeten we er niet aan beginnen. In de jaren tachtig en negentig werkten de beste ruimtelijk ontwerpers bij de Rijksplanologische Dienst en de Dienst Landelijk Gebied - binnen de kaders van een nationaal Architectuurbeleid. Die machtige rijksdiensten zijn opgeheven. Het culturele kader idem. De ontwerpkracht bij het Rijk is nu minimaal. Er is een College van welgeteld drie Rijksadviseurs die het belang van stedenbouw, architectuur, landschapsontwerp en ruimtelijke ordening op de agenda houden, maar verder is de ruimtelijke ordening een goed bewaard staatsgeheim, zoals professor Hugo Priemus laatst opmerkte. Er zijn grote zorgen over de ruimtelijke kwaliteit van landschappen met zonnepanelen, windmolens, en webwinkelmagazijnen van vele voetbalvelden groot. De kwaliteit legt het af tegen betaalbaarheid en hoge nood. Bij de woningbouw is het niet anders. Twee krachtige rijksdiensten in dit domein zijn echter niet afgeschaft: het Rijksvastgoedbedrijf en Rijkswaterstaat. Wie een ministerie van VROM opricht zonder de power van planologische ontwerpkracht, zal ten prooi vallen aan dat vastgoedbedrijf en aan de EMVI-aanbestedingen van de asfaltleggers. Beleidskeuzes voor woningbouw en energie zullen in zo’n ministerie niet door kwaliteit gedreven worden, of door publiek belang, maar door maximale grondopbrengst. Dan zal bevolkingskrimp in Oostelijk Flevoland een groter probleem blijken te zijn dan in de Achterhoek of in Zeeuws Vlaanderen; dan blijkt plots waarom we zoveel moeten bouwen op vliegveld Valkenburg (Katwijk) of in Almere: de grond is er van het Rijksvastgoedbedrijf!

Wat dan wel?
Als heroprichting van VROM geen goed idee is, wat dan wel? De oude schoenen zijn weggegooid, de nieuwe schoenen van de Omgevingswet, die volgend jaar in gaat, knellen en zijn nog niet ingelopen. De checks and balanceszijn (nog) niet op orde. Die wet predikt vertrouwen van het rijk in gemeenten, marktpartijen en bewoners. Samen zullen zij vorm moeten geven aan het nieuwe Nederland van ná de woningnood en de klimaat- en energiecrises. Keuzes over de locaties voor windmolens en woningbouw moeten de gemeenten maken, samen met die andere partijen – en liefst op regionaal niveau.  Dat gaat allemaal niet vanzelf. De samenwerking tussen de lokale partijen en tussen hun nationale koepelorganisaties komt maar langzaam op gang. Ieder vindt zijn eigen probleem het meest urgent. Toch groeit het besef dat samenwerking niet alleen onvermijdelijk is, maar zelfs profijtelijk kan zijn: als Bol.com zijn dak schappelijk verhuurt aan de zonnepanelenexploitant blijft het landschap leeg en houden beide ondernemers geld over.

Ruimtelijke kwaliteitsadviseurs
Om op die manier te bouwen, hebben we een nieuwe samenwerkingscultuur nodig. Eentje waarin overheid, markt, maatschappij en onderneming elk met eigen verantwoordelijkheid werkt aan het publieke belang van een aantrekkelijke leefomgeving.
Kwaliteitsadviseurs op lokaal en regionaal niveau hebben hier een bijzondere verantwoordelijkheid. Zij zijn immers de onafhankelijke partij. Zij hebben rond een concreet initiatief contact met marktpartijen, ontwerpers, omwonenden en overheden. Met het belang van de publieke ruimtelijke kwaliteit voor ogen. Zo zijn de ruimtelijke kwaliteitsadviseurs bij uitstek in de positie om de dialoog tussen al deze partijen te stimuleren. Om hen uit te dagen om, ook zonder een dirigistische overheid, een bouwcultuur te ontwikkelen, met nieuwe samenwerkings-arrangementen, in het belang van een aantrekkelijke leefomgeving. De Federatie Ruimtelijke Kwaliteit heeft op 5 maart de Nationale Dialoog Bouwcultuur georganiseerd, en de aanzet gegeven tot een langdurige samenwerking tussen de genoemde partijen op nationaal niveau. Die kans werd ons gegeven, omdat de Federatie geen verborgen agenda heeft en alleen het belang van ruimtelijke kwaliteit nastreeft. Ook op provinciaal, regionaal en lokaal niveau hebben kwaliteitsadviseurs die kans. Hij ligt voor het grijpen, de tijd is er rijp voor.  


Flip ten Cate | Maart 2020
Aanmelden voor de nieuwsbrief Federatie Ruimtelijke Kwaliteit via:http://www.ruimtelijkekwaliteit.nl/aanmelden-nieuwsbrief   

Nieuwe Publicaties

Onderstaande publicaties zijn zolang de voorraad strekt, tegen verzendkosten te bestellen bij de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit: info@ruimtelijkekwaliteit.nl

  • Jaarverslag over 2022Jaarverslag over 2022

    In 2022 groeide de formatie van de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit en werden er tal van initiatieven genomen en activiteiten ontplooid. Financieel waren er de nodige tegenvallers.

    lees verder

  • Ruimtelijke Kwaliteit bij Fabrieksmatige WoningbouwRuimtelijke Kwaliteit bij Fabrieksmatige Woningbouw

    Meer goede woningen op de korte termijn én blijvende ruimtelijke kwaliteit met elkaar verenigen is het doel van het traject Ruimtelijke Kwaliteit bij Fabrieksmatige Woningbouw

    lees verder

  • Duurzame StadsgezichtenDuurzame Stadsgezichten

    De huizen in beschermde stadsgezichten worden ook verduurzaamd. Hoe is dat mogelijk zonder afbreuk te doen aan de ruimtelijke kwaliteit en de erfgoedwaarde?

    lees verder

Federatie Ruimtelijke Kwaliteit